zaterdag 12 maart 2011

Er zijn een paar lezers die mij hebben aangegeven dat de nieuwsbrief slecht leesbaar is door de kleur. Daarom deze brief in een andere kleur en zo hopelijk beter leesbaar.

De bedoeling is om voor deze brief een ander lay-out te creƫren.

Pubers en het brein

Op vrijdag 5 februari heb ik in Antwerpen een lezing gevolgd over praten met kinderen en dan mee specifiek met pubers. Centraal in de lezing stond het brein van pubers in ontwikkeling dat vooral rust nodig heeft om rationeel te kunnen communiceren en wanneer deze rust ontbreekt alleen emotioneel reageren mogelijk is. Gevolg: schreeuwen, ruzie en uiteraard niet tot een compromis kunnen komen.

Voor pubers heeft dit te maken met nog onvoldoende ontwikkeld brein maar ook als volwassene functioneren we meer effectief als we in alle rust onze irritaties kunnen bespreken. Het boek geeft een goede handleiding en duidelijke concrete tips en is van Nicole van As en Jan Jansen. Uitgeverij Garant

Stief

Van Dale omschrijft het woord stief als: /geen bloedband/iets missen

Er zijn hulpverleners die vinden dat het woord stief gewoon moet blijven omdat het op den duur wel gaat wennen. Er zijn er ook die andere namen hebben bedacht zoals bonusouders, plusouders, zorgouders etc. Toen ik laatst bij onze oudste dochter in Frankrijk was stelde zij me voor als haar Belle Mere. Schoonmoeder en stiefmoeder worden daar Belle Mere genoemd. What's in a name? Maar in mijn beleving voelde dat heel wat beter.

Zelf stel ik me vaak de vraag hoe de negatieve lading van het woord stief positief kan worden omgebogen en dan bedoel ik niet zozeer titel voor vader, moeder, grootouders maar meer als begrip omdat de titel de volledige lading niet dekt. Daarbij lijkt het ook nog dat de niet-biologische moeder (de stiefmoeder) de meeste aandacht krijgt en die pakt vaak negatief uit. Dat geldt ook voor de stiefvaders maar in veel mindere mate. Samengestelde gezinnen vormen in de toekomst een meerderheid en behelst m.i. zoveel meer dan een niet biologische ouder

In een nieuw samengesteld gezin komen zoveel meer aspecten aan de orde en de niet- biologische ouder, vaak de moeder, coƶrdineert al deze aspecten maar kan dit niet zonder de hulp van alle betrokkenen. We hebben in ons samengestelde gezin dat we 38 jaar geleden begonnen nooit gesproken over stiefkinderen of stiefouder. Wij hebben het steeds gehad over ‘onze’ kinderen en over de tweede moeder. In mijn ogen een veel vriendelijkere benaming omdat je inderdaad de tweede moeder/vader bent. Een bijkomend voordeel is dat je niet meteen alles hoeft uit te leggen. Bij het starten van de van de gespreksgroepen voor stiefmoeders maakten de (stief)woorden voor het eerst deel uit van mijn vocabulaire en ik ben er nog steeds niet gelukkig mee. Om die reden hanteer ik op mijn weblog en in de nieuwsbrieven vaker woorden als niet-biologische ouder en samengestelde gezinnen en dan beslist niet alleen om de titel van stiefouders te vermijden maar vooral om aan te geven dat er nog zoveel meer nodig is dan de stiefmoeder, -vader, -stiefkinderen om een samengesteld gezin goed te laten functioneren. Een samengesteld gezin is ook in veel gevallen een ‘tweede’ gezin en voor kinderen geldt vaak dat ze zelfs in twee gezinnen tegelijk moeten functioneren.

In de toekomst zal ik dus waar het even kan de term stief consequent gaan vermijden waar dit maar enigszins mogelijk is.

Opvoeden in een samengesteld gezin; de belangrijkste irritatie

Heel veel, nee bijna alle ouders van samengestelde en eenoudergezinnen kennen opvoedproblemen. Eigenlijk is dat normaal. Twee gezinnen, die voor een deel geen bloedband met elkaar hebben, met een andere sociale geschiedenis en achtergrond. andere familiebanden anderen normen en waarden, regels en nog heel veel meer worden samengevoegd tot een gezin. Geen wonder dat dit tot problemen leidt. Toch worden die problemen voor een groot deel veroorzaakt doordat ouders niet goed en consequent opvoeden. Ze kunnen meer hebben van hun eigen kinderen dan van de niet-biologische kinderen en dat is ook niet zo vreemd. Wie kent niet de uitdrukking ‘het bloed kruipt waar het niet gaan kan’. Maar er is vaak meer aan de hand. Ouders vinden het in deze tijd moeilijk om streng maar rechtvaardig op te voeden. Kinderen zijn zo gewenst dat het allemaal als kleine prinsen en prinsesjes worden behandeld en alles moet in overleg met de kinderen. Dat is een ‘hel of a job’ voor de ouders maar ook helemaal niet goed voor de kinderen die op hun wenken worden bediend en nauwelijks hoeven te wachten op de invulling van hun wensen. Daardoor wordt hun tolerantiegrens niet opgerekt hetgeen op latere leeftijd vaak zichtbaar wordt in agressief gedrag. Helaas heeft zich dit ook al gemanifesteerd in het ‘eerste gezin’ van herkomst. Het is dus niet zozeer het probleem van het samengestelde gezin maar veeleer een probleem met de opvoeding. Vaak zien we dat ouders heel strikt zijn wanneer het hun schikt maar wanneer het de ouders slecht uitkomt dan mag het kind ineens die dingen die anders verboden zijn. Zijn ze ineens veel toegeeflijker omdat de eigen behoeften dan voorrang krijgen. Dat dit voor kinderen heel verwarrend is mag duidelijk zijn. Vele vaders die alleen in het weekend hun kinderen zien maken dezelfde fout, ze zijn alleen maar lief voor de kinderen en voeden niet op. Als je ze wijst op het feit dat ze eigenlijk het slechte gedrag van hun kinderen belonen en niet afkeuren zeggen ze vaak: “Och ja, maar ik vind het niet erg om dit voor ze te doen”. Het gaat dan vaak over opruimen of ze ergens naar toe brengen als ze dit ook zelf zouden kunnen/moeten doen. Vaak hebben de ouders ook de grip op hun, vaak zeer jonge, kinderen al verloren.

Veel ouders zoeken bij deze problemen hulp bij een relatietherapeut omdat hun relatie onder spanning komt te staan, terwijl ze er beter aan zouden doen om hulp te zoeken voor de opvoedingsproblemen, als deze zijn opgelost komt er vanzelf rust en tijd voor de relatie met de partner. En ook dit geldt niet exclusief voor de samengestelde of eenoudergezinnen maar ook voor ouders in het kerngezin

De consultatiebureaus geven in bijna elke plaats opvoedkundecursussen, in groepsverband en individueel. Je kunt daar leren om liefdevol en consequent op te voeden. Helaas is de belangstelling niet groot. Hetzelfde geldt voor de deelname aan gespreksgroepen voor ouders van samengestelde- en eenoudergezinnen. Vaak een tuin vol onkruid maar geen tijd om te wieden. Adequate hulp betekent dat je prioriteiten moet stellen in de juiste volgorde. Dweilen met de kraan open lost het probleem niet op!

Zo ook met therapie. Relatietherapie lost het opvoedprobleem niet op. Daarvoor moet je bij een andere deskundige te rade gaan, met de opvoedcoach of orthopedagoog.

Maar……. De meeste ouders willen niet horen dat ze niet goed kunnen opvoeden. Voor alles in het leven moet je studeren en/of een diploma halen. Dat geldt helaas niet voor het opvoeden van je eigen kinderen. In Zweden volgt 90 % van de aanstaande ouders een opvoedcursus. Iets om over na te denken?

Maart 2011-03-12

http:dvangils.blogspot.com


Stuur deze brief aan eenieder die is betrokken bij een samengesteld of eenoudergezin en wil je deze nieuwsbrief niet meer ontvangen meldt je dan af via dvangils@casema.nl